Op de Utrechtse Heuvelrug, elke eerste zondag van de maand Heb je op jonge leeftijd je partner verl

Op de Utrechtse Heuvelrug, elke eerste zondag van de maand Heb je op jonge leeftijd je partner verl
Heb je op jonge leeftijd je partner verloren en ben je -als één van de weinigen in je omgeving-
bezig met rouw, verlies en herinneringen?
Zou je graag lotgenoten willen ontmoeten en
ervaringen
delen in een kleine, informele groep? 'Jonge Weduwen Wandelen' organiseert
elke eerste zondag van de maand een wandeling ergens op een mooie plek in Nederland.

Blog. Niets houdt meer haar adem in


Op de laatste donderdag van maart ben je gestorven. Nu is het twee jaar later en weer voorjaar. Niets houdt meer haar adem in. Een groene zweem ligt over de tuin, elke dag breekt er weer iets open. De knoppen in de kastanje, de magnolia. De clematis op jouw graf krijgt alweer voorzichtig blaadjes.

Het wordt tijd mijn rouwkleed af te doen. Dat kleed waaronder ik kon schuilen als ik me gebroken voelde. Waaronder ik mij innig verdrietig kon voelen. Die veilige plek waar ik stil mocht staan. Waaronder de liefde zo duidelijk was, hoe grijs ik de wereld om mij heen soms zag. Waaronder ik tegen de stroom in, tegen moedeloosheid in, mijn eigen weg volgde.

Ik heb zoveel gevloekt om verdergaan. Zoveel gehuild om loslaten. Weerstand geboden tegen de toekomst. Want in al die toekomende tijd deed jouw afwezigheid te veel pijn. Wat goedbedoelde adviezen nauwelijks beseffen: jouw sterven is nergens duidelijker dan in verdergaan.

Loslaten, het is een worstelend proces. Nog steeds. Elk seizoen een beetje meer. Wat meer ruimte, wat minder scherp verdriet. Met elk doorleven, een ademteug voor verder leven.

In alle rouw wist ik één ding heel duidelijk: dat ik niet met mijn leven verder wilde ondanks jouw ziek zijn en sterven. Niet als in 'schouders eronder, het verleden is gebeurd en afgesloten.' Nee. Er moest een manier zijn om jouw ziek zijn en sterven te omvatten, en daarmee mijn leven weer volop in te gaan. Dankzij jou. Ons dicht bij mij dragend. Het lukt me nog niet altijd, maar het gaat steeds beter.

Ik blijf jouw vrouw. Ook weduwe blijf ik mijn hele leven. Je blauwe ogen nog steeds een spiegel. Je ingefluisterde gekke, lieve en wijze woorden als ik het echt niet meer weet.

Ik had zo graag mijn leven met je gedeeld. Ik mis je soms nog zo intens. Ik kan die leegte voelen. Ik kan ook nog heel veel van je houden. Maar als ik nu naar binnen kijk, verbaas ik me over hoe ver mijn wonden al geheeld zijn. Hoe zacht onze tijd was samen. Hoe zacht jouw sterven kan voelen. Hoe zacht mijn pijn. Hoeveel ik hou van leven.

Jij bracht me vaak bij de basis. Daarom viel ik voor je. Door jouw sterven leerde ik zelf mijn basis vinden. Op stille momenten onwankelbaar. Wrang misschien. Maar ik kan het ook mooi vinden.

Eens durfde iemand tegen me te zeggen: 'Dicht bij de dood staan is een geschenk.' Het doet pijn jouw dood als een geschenk te zien. Het doet ook pijn jou niet als een geschenk te zien.

Ik kan luidkeels protesteren tegen het lot. Ik kan jou ook bedanken.

Dank je, lief.