Hoe ik op radeloze dagen
ten einde raad
mijn laarzen pak
en door de uiterwaarden dwaal.
Handen in mijn zakken
Handen in mijn zakken
Ik glip steeds weg, dicht tegen de klei.
Wezenloos.
Troosteloze bodem onder – nog steeds geen voorjaars – luchten.
Troosteloze bodem onder – nog steeds geen voorjaars – luchten.
Het hoge water teruggetrokken
heeft achter zich grijze slierten slik gelaten.
Riet platgeslagen
het oude gras is kort gesnaterd.
Stamel ik mijn mantra
Stamel ik mijn mantra
dit is de bodem,
meiske, de bodem
vanuit hier kan het
alleen...
Alleen.
Alleen.
Tergend alleen.
Nu jij hier niet
mijn hand vasthoudt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten